Duurzaamheidsbeleid
Toelichtingsnota over de duurzaamheidsvoorkeuren
In deel III van de analyse voor spaar- en beleggingsverzekeringen wordt gevraagd 
naar uw duurzaamheidsvoorkeuren in het kader van een nieuwe Europese 
wetgeving1
. Wij vragen dit omdat deze producten verschillende kenmerken kunnen 
hebben op vlak van duurzaamheid en ook in verschillende mate. Duurzaamheid 
dekt een grote lading, maar op vlak van sparen en beleggen peilen we naar uw 
voorkeuren over drie duurzaamheidskenmerken die we aanduiden met 
categorieën. 
Categorie a: milieudoelstelling volgens gedetailleerde criteria
Als u de eerste categorie aanduidt wenst u een verzekeringsproduct waarmee 
belegd wordt in een ecologisch duurzame belegging in de zin van de Taxonomy 
Verordening2
. Dat betekent het volgende: 
- er wordt belegd in economische activiteiten die substantieel bijdragen 
aan één of meerdere van de volgende milieudoelstellingen zonder ernstig 
afbreuk te doen aan de overige : 
o De mitigatie van klimaatverandering;
o De adaptatie aan klimaatverandering;
o Het duurzaam gebruik en de bescherming van water en mariene 
hulpbronnen;
o De transitie naar een circulaire economie;
o De preventie en bestrijding van verontreiniging;
o De bescherming en het herstel van de biodiversiteit en 
ecosystemen.
- minimumgaranties, zoals bijvoorbeeld het internationaal statuut van de 
rechten van de mens en de fundamentele principes en rechten op het 
werk verkondigd door de Internationale Arbeidsorganisatie, worden in 
acht genomen. 
1 Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/1257 van de Commissie van 21 april 2021 tot wijziging van Gedelegeerde 
Verordeningen (EU) 2017/2358 en Verordening (EU) 2017/2359 wat betreft de integratie van 
duurzaamheidsfactoren, -risico's en -voorkeuren in de vereisten inzake producttoezicht en -governance voor 
verzekeringsondernemingen en verzekeringsdistributeurs en in de regels inzake bedrijfsvoering en 
beleggingsadvies voor verzekeringsgebaseerde beleggingsproducten.
2 Verordening (EU) van het Europees Parlement en de Raad van 18 juni 2020 betreffende de totstandbrenging 
van een kader ter bevordering van duurzame beleggingen en tot wijziging van Verordening (EU) 2019/2088.
Versie juni 2022
- er is voldaan aan technische screeningscriteria.
Deze categorie betreft het milieu. De criteria zijn wettelijk gedetailleerd. 
Voorbeelden zijn verbetering van de energie-efficiëntie, hergebruik en recycling 
van afval, duurzaam bodemgebruik en ‐beheer, etc.
Categorie b: algemener gedefinieerde milieudoelstelling en/of sociale doelstelling
Als u de tweede categorie aanduidt wenst u een verzekeringsproduct waarmee 
belegd wordt in een duurzame belegging in de zin van de SFDR3
. Dat betekent het 
volgende: 
- er wordt belegd in economische activiteiten die bijdragen aan het bereiken 
van 
o één of meerdere milieudoelstellingen, met name een belegging die 
bijdraagt aan het efficiënt gebruik van hulpbronnen inzake energie, 
hernieuwbare energie, grondstoffen, water en land, voor de productie 
van afval, en broeikasgasemissies, en voor het effect op de 
biodiversiteit en de circulaire economie;
en/of 
o een of meerdere sociale doelstellingen, met name een belegging die 
bijdraagt aan de aanpak van ongelijkheid, of die de sociale 
samenhang, de sociale integratie en de arbeidsverhoudingen 
bevordert, of een belegging in economisch of sociaal achtergestelde 
gemeenschappen
- daarbij wordt geen ernstige afbreuk gedaan aan die doelstellingen 
- de ondernemingen waarin belegd wordt volgen praktijken van goed bestuur,
zoals o.a. goede managementstructuren, correct tewerkstellings- en 
beloningsbeleid en naleving van de belastingwetgeving. 
De focus ligt op zowel milieu als sociale aangelegenheden. De criteria zijn 
algemener gedefinieerd door de wetgever. 
3 Verordening (EU) 2019/2088 van het Europees Parlement en de Raad van 27 november 2019 betreffende 
informatieverschaffing over duurzaamheid in de financiëledienstensector. 
Versie juni 2022
Categorie c: belangrijkste ongunstige effecten
Als u de derde categorie aanduidt wenst u niet noodzakelijk dat er met uw 
verzekering wordt belegd in economische activiteiten die uitdrukkelijk bijdragen 
aan een milieu of sociale doelstelling. U wenst wel dat de beleggingsstrategie van 
uw verzekering een beleid heeft voor de belangrijkste ongunstige effecten die 
beleggingsbeslissingen kunnen hebben op duurzaamheidsfactoren.
Concreet kan een beleggingsbeleid bestaan uit het vermijden van belangrijkste 
ongunstige effecten op ecologische, sociale en werkgelegenheidszaken, 
eerbiediging van de mensenrechten, en bestrijding van corruptie en van omkoping.
Voorbeelden zijn het uitsluiten van investeringen in activiteiten waarin 
kinderarbeid wordt gebruikt, in activiteiten met negatieve gevolgen voor 
biodiversiteitsgevoelige gebieden, in activiteiten veroorzakende 
broeikasgasemissies, etc. 
Minimumpercentage 
Een product kan in verschillende mate duurzaamheidsaspecten bevatten. De mate 
waarmee een product duurzaamheidsaspecten heeft zal in de precontractuele 
documenten worden aangeduid door middel van een percentage, en dit vanaf 1 
januari 2023.
Bij de bevraging naar uw duurzaamheidsvoorkeuren dient u het gewenste 
minimumpercentage van duurzaamheidsaspecten van uw verzekeringsproduct aan 
te geven voor categorie a en/of b.4
Het percentage van duurzaamheidsaspecten van het voorgestelde product dat 
beantwoordt aan uw duurzaamheidsvoorkeuren kan fluctueren in de toekomst. U 
zal hierover geïnformeerd worden via de jaarlijkse informatie of de periodieke 
geschiktheidsbeoordeling (indien van toepassing). 
4 Er wordt aan u gevraagd om een uniek percentage op te geven voor de categorieën a en b. In de toekomst kan 
dit unieke percentage evolueren naar aparte percentages voor elke categorie, in functie van de informatie die
